Examen juni 2004 vraag 3 en 4

[coralie]

Vraag 3:
Hoe kom je op grootte van de equivalentimpendantie ?
Ik geraak tot 83,6 j ohm, maar ik snap ni hoe je aan die 10,5 ohm geraakt...

Vraag 4:
Vind ik maar iets vreemds...
En ik snap ni zo goe waarom je 1/0,72% moet doen, ik had gewoon 0,72% van 12g gedaan. Waarom moet da 1/0,72% zijn ?

Xx

[matthias cuykx]

Vraag 3 weet ik ook niet. ik zou opteren voor 83,6 (Zabs= wortel(Re²+Im²))

Vraag 4 is makkelijker.
Het aantal kernen vindt je door de activiteit te vermenigvuldigen met de vervalconstante lambda.
Nu je het aantal atomen kent, kan je daaruit het aantal mol berekenen, door te delen door het getal van avogadro. vermenigvuldig dit met de molaire massa, en je hebt de massa van je staal.

het tweede deel vind je door de regel van drie:
je hebt 12 gram voor 0,72 %. door dit te delen door 0,72 kom je op de massa voor 1%.
Doe dit maal honderd en je komt uit op de massa van je staal